Zingeving bij de Noord/Zuidlijn

De aandacht bij grote overheidsprojecten richt zich vaak op wat er mis gaat in de uitvoering. Incidenten, uitloop van de planning en hogere kosten zijn eerder regel dan uitzondering. In het zoeken naar verklaringen daarvoor kijken we naar de uitvoering zelf. Vervanging van het management, andere methodieken, nieuwe instrumenten, noem maar op. In de studie die geleid heeft tot het proefschrift “Zingeving in besluitvorming” ben ik tot het inzicht gekomen dat wat er misgaat al is ingebakken in het proces van besluitvorming. Voor de analyse van de besluitvorming rondom de Amsterdamse Noord-Zuidlijn is gebruik gemaakt van de theorie sensemaking (Weick, 1995) en de structuratietheorie (Giddens, 1984). Geconstateerd wordt dat het ontbreken van een duidelijk antwoord op de ‘zingevende vragen’, tot stagnatie in de uitvoering leiden. Pas nadat deze vragen alsnog expliciet beantwoord zijn loopt de uitvoering beter. Hierna volgt eerst een korte samenvatting van het theoretisch kader sensemaking en de samenvatting van de analyse van de besluitvorming rondom de Noord-Zuidlijn. Vervolgens ga ik in op de manier waarop we de lessen uit de Noord-Zuidlijn kunnen doortrekken.